Advocaat Christine C. Merry - Ronse - Advocatenkantoor

Strafzaken .....

“ hoe kan een advocaat iemand verdedigen die iets héél ergs heeft gedaan ? “

“ Heeft hij dan geen geweten? “

Antwoord van Advocaat Christine C.MERRY :

Toen ik mijn eerste strafzaak pleitte, vroeg mijn moeder mij verontwaardigd: " hebben wij je daarvoor laten studeren? “ Niet is iedereen is echter schuldig. Elkeen heeft recht op verdediging.

Soms zijn cliënten schuldig en geven ze dat ook toe. Dan komt het de advocaat toe om na te gaan of de regels goed worden toegepast door politie en justitie. Vervolgens is de vraag waarom cliënt zijn misdaad heeft gedaan en welke straf hij moeten krijgen. Ging het om wettige zelfverdediging ? Waren de feiten door het slachtoffer uitgelokt?

Sommige cliënten zeggen terecht dat zij onschuldig zijn. Dan moet er gekeken worden of het beschikbare bewijsmateriaal voldoende zwaar weegt om hen te laten veroordelen. In dat geval moet een veroordeling voorkomen worden.

Soms zeggen verdachten dat ze onschuldig zijn terwijl ze in werkelijkheid wel degelijk schuldig zijn. Soms bekennen ze iets wat ze niet gedaan hebben, soms liegen ze zelfs tegenover hun advocaat …

Om antwoord te geven op die vraag die mij reeds zoveel malen werd gesteld : soms is het voor mij inderdaad moeilijk om iemand te verdedigen die schuldig is. Ik ben echter gebeten door strafrecht. Ik sta met hart en ziel achter de zaak. Het gaat er dan soms heftig aan toe op de correctionele zitting, doch bepaalde zaken aanvaard ik nooit: seksueel kindermisbruik of kindermishandeling is een voorbeeld. Voor mij is elk kind een kostbaar bezit. In dergelijke zaken treed ik voor het slachtoffer op en stel ik mij burgerlijke partij namens het slachtoffer. De gevolgen voor het slachtoffer zijn verwoestend : angsten en fobieën, schuld- en schaamtegevoelens, problemen met lichaamsbeleving, intimiteit en seksualiteit, dissociatie, automutilatie, enz.

En verkrachting? Verkrachting is iemand met geweld tot geslachtsgemeenschap dwingen. Zowel mannen als vrouwen kunnen het slachtoffer zijn van verkrachting. Ook tussen huwelijkspartners kan sprake zijn van verkrachting, aangezien partnerschap geen automatische toestemming tot seksuele handelingen betekent. Verkrachting laat zware emotionele en psychische verwondingen na bij het slachtoffer. Enkele veel voorkomende zijn een negatief zelfbeeld, angsten, agressie, zelfmoordneigingen, smetvrees, eetstoornissen, verslavingen en schuldgevoelens. Dat zijn zaken waar ik veel moeite mee heb. Zeker wanneer de dader stelt dat de verkrachting werd uitgelokt door het gedrag of zelfs de kledij van het slachtoffer. Als het slachtoffer echt verkracht werd, dan is dat tragisch, maar niet zo tragisch als onschuldig zitten in het geval er geen sprake was van verkrachting. Zo kan het slachtoffer een verkrachting veinzen omdat zij of hij kwaad is over de afgewezen liefde …

Deze vraag kan dus niet eenvoudigweg met ja of nee beantwoord worden.

Ooit verdedigde ik een man die zijn echtgenote had willen doodsteken na 10 dagen huwelijk.
Hij erkende. Hij was dus schuldig. Maar… hij had daar een begrijpbare – dit wil niet
zeggen gerechtvaardige - reden voor. De jonge echtgenote woonde al geruime tijd in België.
Zij had zich de zeden en gewoonten van haar nieuwe thuisland gedeeltelijk eigen gemaakt. Gedeeltelijk want blijkbaar had zij toch ingestemd om zich te laten uithuwelijken aan een jongen uit Marokko. Het huwelijk werd in ons land voltrokken. Al tijdens de wittebroodsweken doken de eerste onweerswolken op. De jonge dame was werkzaam in een textielbedrijf. Cliënt kende geen van onze landstalen. De echtgenote was een zelfstandige jonge dame. Zij rebelleerde tegen haar conservatieve echtgenoot. Tijdens een afwas had het stel ruzie. Cliënt droogde het keukenmes af. Zij gaf hem 2 klappen in het aangezicht en wees hem de deur. De diepgelovige echtgenoot, die leefde volgens de wetten van de koran, was gekrenkt tot in het diepste van zijn wezen. Hij verloor zijn zelfbeheersing en gaf met het keukenmes 3 messteken aan zijn jonge echtgenote … Het slachtoffer werd in allerijl naar het ziekenhuis gebracht. Later gaf het slachtoffer toe dat haar echtgenoot nooit de bedoeling had haar te doden. Aan de rechtbank heb ik gevraagd om de kwalificatie van “ poging tot doodslag “ om te zetten tot “ toebrengen van slagen en verwondingen “ Ondanks het bezwaar van het parket ging de rechtbank hierop in en veroordeelde cliënt tot een voorwaardelijke straf.

Aristoteles schrijft in zijn Ethica Nicomachea : gebrek aan zelfbeheersing is het niet in staat zijn te doen waarvan men weet dat het goed is. Het onder invloed zijn van emoties "tegen beter weten in" handelen, is een teken van een zwakke wil. Voor Aristoteles is het gebrek aan zelfbeheersing een ondeugd, daar staat tegenover dat zelfbeheersing een deugd is welke met kennis samenvalt.

Daags nadat deze zaak in de pers stond, hoorde ik toevallig op de markt van Ronse 2 dames praten over de door mij gepleite zaak. Het was voor hen een schande dat er advocaten waren die dergelijke zaken verdedigden … opnieuw werd de vraag naar het geweten van die advocaat gesteld.

Ik geef grif toe dat ik een aantal jaren naar de huwelijkstoestand van het jonge koppel heb gevraagd in de stille hoop dat de feiten zich niet zouden herhalen.

Natuurlijk zijn er ook zaken waarin je zelfs als advocaat misselijk wordt van het dossier dat je leest. Ik denk aan een zaak die ik pleitte voor een jongetje dat al jaren door zijn stiefvader werd misbruikt. Het kind werd “ beloond” met cadeautjes. De verdachte werd bijgestaan door 2 vrouwelijke pro-deo advocaten ( niet één maar wel twee ) In zo een zaak kost het wel eens moeite om je zelfbeheersing te behouden, zeker wanneer de verdediging durft te pleiten dat de moeder van het kind de feiten had uitgelokt: verdachte had onvoldoende seksuele betrekkingen met de moeder van het kind … Dan sta je het slachtoffer bij en doe je je uiterste beste om zijn belangen zo goed als mogelijk te behartigen.

Ik verdedig mensen, geen daden.

Ik behartig hun belangen met alle middelen die de wet mij geeft.

Ik houd van mijn vak: of iemand nu schuldig is of niet,
ik moet hem de beste verdediging geven die ik kan bedenken.

Niet omdat ik de daden van mijn cliënt toejuich,
maar omdat het mijn vak is en elkeen recht heeft op een behoorlijke verdediging.

Dit stukje draag ik aan mijn moeder op.

 

Ronse, 6 mei 2009